In deze paragraaf wordt beschreven:
- De type spouwankers (2.7.1)
- Hoe het aantal ankers en patroon berekend moeten worden (2.7.2)
- Welke achter-constructies toegepast kunnen worden (2.7.3)
Spouwanker typen #
Voor de koppeling van het Drystack systeem aan
de binnen-constructie zijn twee type spouwankers
beschikbaar, namelijk:
- Hoekanker (linker afbeelding)
- Indraaispouwanker met plaatje (rechter afbeelding)
Beide ankers zijn ontwikkeld en getest (NEN-EN 1996-2) door de leverancier: Gebroeders Bodegraven.
Ankerpatronen en berekening #
Het uitgangspunt voor Drystack is een ankerpatroon van 6 ankers per m2. Dit komt door het patroon h x b = 310 mm (5 of 4 lagen) x 550 mm (2,5 steen).
Dit basispatroon zal in het algemeen voldoende zijn om de windbelasting die op het buitenblad aangrijpt af te dragen naar de achterconstructie.
Per project word een spouwankerberekening gemaakt op basis van NEN-EN 1996-1-1 en de omschrijving in 3.8.2 van NPR 1996-1-1. Indien uit deze berekening een hoger aantal ankers volgt, moet deze anker aantallen worden toegepast op het project.
Achter-constructies #
Het Drystack systeem wordt middels de ankers gekoppeld aan de achterconstructie. Hieronder een overzicht met
mogelijke achterconstructies voor zowel de gevoegde als ongevoegde toepassing:
- HSB met OSB/multiplex plaat (dikte afhankelijk van de toepassing)
- HSB (houtskeletbouw)
- CLT
- Kalkzandsteen
- Beton
- Keramische stenen