In de basis adviseert Drystack om:
- Boven gevelopeningen stalen lateien toe te passen (2.8.1);
- Per twee bouwlagen een geveldrager toe te passen (2.8.2);
Per project kan worden bekeken of van dit algemene advies kan worden afgeweken.
Lateien #
In de Drystack gevel worden boven gevelopeningen stalen, L vormige Lateien toegepast. De minimaal opleglengte is 150 mm. Bij de berekening van de lateien kan geen gebruik worden gemaakt van boogwerking in de bovenliggende gevel (omdat er geen cement/mortel is toegepast); de latei moet dus als ‘zelfdragend’ beschouwd worden!
In de berekening van de lateien moet het krachtpunt van de belasting op minimaal 1/3 t vanaf de achterzijde van de steen worden geplaatst. De BRL3121:2019, waarin een afstand van 1/10 t is aangegeven voor lateien in metselwerk met spouwankers, is dus niet van toepassing. De positie van het krachtpunt op lateien in Drystack komt overeen met de positie van het krachtpunt voor de geveldrager. De dikte van de latei is afhankelijk van verschillende factoren. Per project wordt de berekening beoordeeld en advies van te voren gegeven door Drystack icm de latei leverancier.

Geveldragers #
De geveldrager kan dezelfde vorm hebben als bij regulier metselwerk. Hiervoor geldt dus dezelfde manier van
berekenen, en kan de BRL3121 gevolgd worden. Net zoals bij metselwerk geldt hier ook dat onder de geveldrager een horizontale dilatatievoeg aanwezig moet zijn.
In de basis moet er om de 2 bouwlagen een geveldrager worden toegepast. Per project kan worden bekeken of van deze norm kan worden afgeweken.
